Vleeskrokketen

Hak het versnipperde vlees fijn. Giet 1,5 dl warm water in de braadschotel van de spareribs en roer alle aanbaksels van het vlees los. Giet in een karaf en voeg de kalfsfond toe.

Smelt de boter in een stoofpan. Bestuif met de helft van de bloem en meng 1 min. met een klopper, op een vrij hoog vuur. Giet er beetje bij beetje en al kloppend de inhoud van de karaf bij. Laat op een zacht vuurtje indikken. Voeg het vlees toe, breng verder op smaak en haal de pan van het vuur. Verdeel de bereiding over een schaal, dek af en laat 2 u in de koelkast rusten. Doe de bereiding in een spuitzak met gladde tuit, bedek een dienblad met bakpapier en spuit er 8 grote worsten op. Laat 2 u in de diepvriezer opstijven.

Doe de rest van de bloem en het paneermeel in 2 aparte borden. Klop de eieren in een kom los met peper en zout. Rol de worsten in de bloem, dan in de eieren en ten slotte in het paneermeel. Herhaal nogmaals om een dikke korst te vormen. (Laat 1 u in de koelkast rusten als je tijd hebt, zo wordt de korst harder).

Bak de kroketjes ± 3 min. in de olie op 180°C: maximum 4 tegelijk voor een lekker krokant resultaat. Laat ze op keukenpapier uitlekken.

Serveer als snack of als lunch, met de mosterd, een slaatje of alles wat je graag lust. En waarom niet in een stuk stokbrood met koolsla?