Koninginnenhapje met grijze garnalen, sint-jakobsvruchten en oesterzwammen

Pel de grijze garnalen en houd de schalen en de kopjes apart.

Hak de sjalot en de look fijn. Snijd de wortel en de selder in kleine blokjes.

Doe 2 eetlepels olijfolie in een pot en bak de schalen en de kopjes van de garnalen op een hoog vuur. Zet het vuur lager, voeg de sjalot en de look toe en laat 3 min. koken. Voeg dan de wortel en de selder toe en laat 5 min. koken. Blus met de cognac en voeg 1,5 l water toe. Voeg het tomatenconcentraat en het kruidentuiltje toe. Zout, peper en laat 30 min. sudderen op een zacht vuurtje. Zeef deze bereiding. Giet hiervan 1 l in een kookpot en breng zachtjes aan de kook.

Meng de boter en de bloem tot er een homogene massa ontstaat. Voeg hier beetje bij beetje al roerend de garnalenbouillon bij. Voeg dan de room toe. Houd dit mengsel warm au bain-marie.

Bak de sint-jakobsvruchten aan beide kanten gedurende 2 min. in wat olijfolie. Zout en peper. Sauteer de oesterzwammen in olijfolie.

Meng de saus, de grijze garnalen, de sint-jakobsvruchten en de oesterzwammen voorzichtig.

Verwarm de oven voor op 180°C. Zet de bladerdeeggebakjes op een rooster en warm ze gedurende 8 min. op.

Zet de gebakjes op een bord en vul ze. Serveer met rijst.