Rumpsteaks, rode wijnsaus en ovenfrietjes

Haal het vlees 30 minuten van tevoren uit de koelkast. Verwarm intussen de oven voor op 210°C. Schil de aardappelen, snijd ze in dunne frietjes en laat ze gedurende 5 minuten in koud water weken. Giet ze af, spoel ze af en droog ze goed af in een keukenhanddoek. Leg ze op de, met bakpapier beklede, bakplaat, besprenkel met maïsolie en meng ze met je handen om ze goed te coaten. Spreid ze uit en let erop dat de frietjes niet op elkaar liggen. Laat ze gedurende 15 minuten mooi goudbruin bakken in het bovenste gedeelte van de oven. Schep om halverwege.

Snipper de sjalotten en fruit ze gedurende 2 minuutjes op een matig vuur in een pan met ⅓ olijfolie. Voeg de wijn, rozemarijn en kalfsbouillon toe. Verlaag het vuur met de helft en laat alles verder sudderen.

Verhit een grote koekenpan met antiaanbaklaag zonder vet. Bestrijk de rumpsteaks met de resterende olijfolie en gril elke kant gedurende 1 minuut in een hete pan. Zet het vuur op de laagste stand, breng op smaak met peper en zout, en bak verder naargelang de dikte van het vlees.

Giet de saus door een puntzeef en doe deze terug in de pan. Haal de pan van het vuur en voeg de koude, in blokjes gesneden, boter toe. Meng met een garde en kruid naar smaak.

Serveer de rumpsteaks met de saus en bestrooi de frietjes met wat fleur de sel. Vervolledig dit gerecht met een salade, waterkers, …