1
Voor het gnocchideeg: meng de ricotta, de bloem, de eieren, de parmigiano, 1 kl fleur de sel en peper. Laat de ontdooide spinazie uitlekken en pers er zoveel mogelijk water uit. Schep de helft van de spinazie bij het deeg en kneed goed. Bestuif je werkblad met bloem, vorm deegworsten van ± 2 cm breedte en snijd ze in stukken van ± 2 cm.
2
Breng een kookpot water aan de kook en kook er de gnocchi (in 2 of 3 keer) in: wacht tot ze komen bovendrijven en haal ze na 30 sec met een schuimspaan uit de pan. Laat uitlekken.
3
Pers het sap van de citroen en roer er 2 el olijfolie, 1 kl fleur de sel en peper onder.
4
Verwarm een braadpan met 4 el olijfolie en bak de gnocchi goudbruin. Voeg net vóór het einde van de baktijd de spinazie toe en breng verder op smaak. Dresseer op de borden en besprenkel met een beetje citroensaus.
1
Voor het gnocchideeg: meng de ricotta, de bloem, de eieren, de parmigiano, 1 kl fleur de sel en peper. Laat de ontdooide spinazie uitlekken en pers er zoveel mogelijk water uit. Schep de helft van de spinazie bij het deeg en kneed goed. Bestuif je werkblad met bloem, vorm deegworsten van ± 2 cm breedte en snijd ze in stukken van ± 2 cm.
2
Breng een kookpot water aan de kook en kook er de gnocchi (in 2 of 3 keer) in: wacht tot ze komen bovendrijven en haal ze na 30 sec met een schuimspaan uit de pan. Laat uitlekken.
3
Pers het sap van de citroen en roer er 2 el olijfolie, 1 kl fleur de sel en peper onder.
4
Verwarm een braadpan met 4 el olijfolie en bak de gnocchi goudbruin. Voeg net vóór het einde van de baktijd de spinazie toe en breng verder op smaak. Dresseer op de borden en besprenkel met een beetje citroensaus.