Bereidingstijd: 45 min + 30 min baktijd
- Breng het water aan de kook en voeg de boter toe. Wanneer de boter volledig gesmolten is, voeg je in één keer de bloem en het zout toe.
- Meng alles goed door elkaar met een houten lepel en haal van het vuur.
- Meng stevig tot het deeg aan de rand van de pot kleeft en er in het midden een gat ontstaat.
- Zet terug op het vuur en roer nog 2 min zodat het beslag droogt.
- Haal opnieuw van het vuur en voeg de eieren 1 per 1 toe. Voeg het volgende ei pas toe wanneer het vorige ei helemaal ondergemengd is.
- Schep het mengsel in een spuitzak en spuit bolletjes van de grootte van een abrikoos op een vel bakpapier.
- Bak de bolletjes gedurende 30 min in een voorverwarmde oven van 180°C.
- Haal uit de oven en maak onderaan de soezen een gaatje met een mes.
- Leg ze op een rooster en laat volledig afkoelen. Als je geen rooster hebt, draai de soezen om zodat de gaatjes omhoog liggen.
- Maak de slagroom: meng de opgeklopte room met de suiker. Schep in een spuitzak en plaats in de koelkast.
- Wanneer de soezen volledig afgekoeld zijn, spuit je er slagroom in.
- Bereid de karamel: zet 100 g suiker op het vuur met 1 el water en laat licht karamelliseren. Deze karamel gebruik je om de soezen op de toren te bevestigen.
- Bouw de toren met de patisseriekegel: dop een soes in de karamel en plaats op de patisseriekegel. Begin onderaan en werk in cirkels naar de top. Om te verstevigen kun je de soezen vastpinnen met tandenstokers.
- Bestrooi de toren met bloemsuiker.
- Plaats rode vruchten tussen de soezen.
Kooktip
Plaats je rode vruchten een dag op voorhand in de diepvries en plaats ze op de toren net voor je opdient.