1
Verwarm de oven voor op 220°C.
2
Bereid de korst met een keukenrobot. Meng boter (50 g), parmezaan, eierdooiers, paneermeel, basilicum, mosterd, zout en peper tot een gladde pasta. Giet in een kommetje en bewaar in de koelkast.
3
Verhit de olijfolie in een pan met zware bodem en bak de kalfslapjes mooi bruin aan beide kanten. Bestrooi met peper en zout.
4
Leg de kalfslapjes in een ovenschotel en bestrijk ze met het basilicum-parmezaanmengsel.
5
Laat de kalfslapjes braden in het midden van de oven gedurende 12 tot 15 min.
6
Stoom de worteltjes gedurende 8 min.
7
Bereid de limoenboter: meng met een vork de sjalotten met 25 g boter en het limoensap. Voeg peper en zout toe.
8
Laat de rest van de boter (10 g) smelten in een pan en laat de worteltjes sauteren. Voeg suiker toe zodat ze beter glaceren en laat opnieuw een of twee keer sauteren.
9
Schik de kalfslapjes in korst op individuele borden en omring met de geglaceerde worteltjes.
10
Garneer met een nootje limoenboter en peterselie.
1
Verwarm de oven voor op 220°C.
2
Bereid de korst met een keukenrobot. Meng boter (50 g), parmezaan, eierdooiers, paneermeel, basilicum, mosterd, zout en peper tot een gladde pasta. Giet in een kommetje en bewaar in de koelkast.
3
Verhit de olijfolie in een pan met zware bodem en bak de kalfslapjes mooi bruin aan beide kanten. Bestrooi met peper en zout.
4
Leg de kalfslapjes in een ovenschotel en bestrijk ze met het basilicum-parmezaanmengsel.
5
Laat de kalfslapjes braden in het midden van de oven gedurende 12 tot 15 min.
6
Stoom de worteltjes gedurende 8 min.
7
Bereid de limoenboter: meng met een vork de sjalotten met 25 g boter en het limoensap. Voeg peper en zout toe.
8
Laat de rest van de boter (10 g) smelten in een pan en laat de worteltjes sauteren. Voeg suiker toe zodat ze beter glaceren en laat opnieuw een of twee keer sauteren.
9
Schik de kalfslapjes in korst op individuele borden en omring met de geglaceerde worteltjes.
10
Garneer met een nootje limoenboter en peterselie.