Witloof in de oven

Verwarm de oven voor op 180°C.

Snijd de harde kern uit het witloof. Smelt 1/3 van de boter in een pan en bak de witloofstronken op een matig vuur aan alle kanten goudbruin. Voeg het water toe en laat het witloof gedurende 20 minuten zacht verder garen. Kruid goed met peper, zout en een beetje nootmuskaat. Draai de stronken regelmatig om.

Controleer of het witloof gaar is door er aan de voet van de stronk in te prikken. Wanneer het witloof gaar is, laat ze uitlekken en rol ze dan in de plakjes ham. Schik ze in een ovenschaal.

Maak de saus: smelt de rest van de boter op een matig vuur, zonder ze te laten kleuren. Voeg nu onder voortdurend roeren met een klopper, de bloem toe en laat even doorwarmen tot wanneer je ‘een koekjesgeur’ ruikt. Voeg nu geleidelijk, al roerend, de melk toe. Laat even indikken op een zacht vuurtje en kruid met peper, zout en nootmuskaat. Meng er een derde van de gemalen kaas onder.

Bedek de hamrolletjes met de saus en verdeel er de rest van de gemalen kaas over.

Zet in de oven gedurende 10 minuten en nog 5 minuten op grillstand.