Makreelcarpaccio

Rasp de zeste van een limoen fijn en pers er het sap uit. Pers het sap van de 2de limoen en giet alles in een kom. Voeg de olijfolie, de mierikswortel en de heel fijn gehakte lente-uitjes toe. Kruid met peper en zout.

Verwijder met een pincet de graten uit de makreelfilets: wrijf met een vinger langs de middenlijn om te controleren of alle graten verwijderd zijn. Snijd de filets in dunne sneetjes, net als voor een sashimi. Besprenkel ze met de helft van de limoenmarinade, dek af en laat 20 min in de koelkast marineren.

Snijd de radijzen, de venkel en de appelen met de mandoline in ultrafijne schijfjes. Besprenkel de appelschijfjes met de rest van de limoenmarinade. Snijd de 4de limoen in fijne partjes.

Schik de sneetjes makreel op de borden, voeg de schijfjes appel en groenten toe. Werk de carpaccio af met rode vruchten en purperen radijsscheuten en besprenkel ten slotte met de rest van de marinade.

Dien koud op.